Je voelt je uitgeput, toch ga je maar door. Ontspannen lukt niet meer, je staat altijd aan. De grote vraag is: waarom stort je niet in, zoals bij een burn-out? Na het lezen van het boek BURN-ON van Mieke Lannoey wil ik hier ook de aandacht op vestigen. “Het lijkt misschien bewonderenswaardig dat jij het puur op wilskracht volhoudt, maar het is de voedingsbodem voor een burn-on.” durf eens hulp te vragen....
Zolang je bezig blijft, voel je niet hoe moe je werkelijk bent.
Een wake upcall
Veel mensen die een burn-out hebben gehad, en ik heb er ook mee gedeald, hoor je achteraf vertellen dat de crash voor hen een wake upcall betekende. Sommigen ervaren het zelfs als een waar geschenk. De crash zorgt ervoor dat je niet langer in de ontkenning kan blijven (de kop-in-het-zandstrategie) en onder ogen moet zien dat het niet goed gaat, dat er iets moet veranderen.
De crash haalt je van de automatische piloot waardoor de realiteit van je leven jou kan inhalen. Na jaren van jezelf voorbij hollen komt er eindelijk tijd en ruimte vrij om jezelf opnieuw te leren kennen en je levensomstandigheden onder de loep te nemen. Niet zelden slaan mensen na een burn-out een compleet nieuwe richting in. Of ze pakken met vernieuwde energie, meer zelfbewustzijn en gezondere grensafbakening de draad weer op.
Waarom je niet instort ondanks je grote uitputting?
Al gaat het leven na een burn-out zeker niet zonder slag of stoot maar het wordt nooit meer hetzelfde, de meeste mensen kijken met dankbaarheid op hun burn-out terug, omdat ze beseffen dat, als deze er niet was geweest, alles bij het oude was gebleven. Maar wat nu als de crash uitblijft en jij blijft maar door denderen?
Naast een natuurlijke voorbeschikking die bepaalt hoeveel stress je voor hoelang kunt dragen, zoals een snaar van een gitaar slechts is ontworpen voor een bepaalde spanning, speelt er nog iets mee. Want zelfs als de snaar al geruime tijd op springen staat, blijven sommigen nog steeds functioneren. Crashen kan, om verschillende redenen, geen optie zijn of als geen optie voelen. Sommige mensen zien het als een luxe die ze zichzelf niet kunnen permitteren, ook al zouden ze het misschien wel willen of voelen ze dat een periode van rust de enige echte oplossing is.
Dit zijn overlappende redenen waarom crashen géén optie is:
Er zijn veel mensen voor wie langdurig ziek zijn financieel gewoonweg geen optie is. In tegenstelling tot in Nederland, waar de werkgever verplicht is om het loon twee jaar door te betalen, val je in België na slechts één maand ziekteverlof al terug op 60 procent van je brutoloon. Dit betekent dat je heel snel in de problemen komt wanneer de hypotheek strak werd berekend op twee fulltime inkomens. Of wanneer je als alleenstaande (ouder) met hoge financiële lasten te maken hebt. Zeker nu het leven steeds duurder wordt, is er voor heel wat gezinnen financieel amper bewegingsruimte.
Voor zelfstandigen is het al helemaal een ramp. Want voor velen van hen staat niet werken gelijk aan geen inkomsten. Als zelfstandige zijn je inkomsten rechtstreeks afhankelijk van je doen en laten. Daarnaast loop je het risico om klanten te verliezen wanneer je er een tijdje uit ligt, waardoor ook je financiële toekomstperspectief als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Aangezien geld nodig is om in onze basisbehoeften en dus in onze overleving en veiligheid te voorzien, zorgen mensen er bijna instinctief voor dat ze staande blijven.
- 2. Verantwoordelijkheid en zorg voor anderen
De verantwoordelijkheid die het hebben van kinderen met zich meebrengt, zowel materieel als immaterieel, is voor veel ouders een drijfveer om staande te blijven. Maar de stress die je ervaart, kan juist ook veroorzaakt worden door de zorg voor anderen. Bijvoorbeeld door de zorg voor je kinderen, wat kan leiden tot een parentale burn-out. Of voor je ouders, wat kan leiden tot een mantelzorger burn-out.
Vaak komen er boven op het verantwoordelijkheidsgevoel ook nog eens schuld- en schaamtegevoelens. Gedachten als ‘Dit kan ik toch niet maken’ of ‘Zo veel mensen combineren het hebben van kinderen met een fulltime baan, ik moet dat toch ook kunnen’ zorgen voor de wilskracht om het vol te houden.
Als het bovendien je thuissituatie is die de stress veroorzaakt, is het niet erg aanlokkelijk om volledig thuis te komen zitten. Aangezien ‘thuis’ juist de plaats is die je doet leeglopen. Misschien zou er dan juist nog meer zorg op je schouders terechtkomen, waardoor je al helemaal niet meer aan jezelf toekomt. Dan maar liever werken…
Presenteïsme betekent dat je blijft opdagen op je werk, terwijl je gezondheid erom vraagt om thuis te blijven. Zeker in sectoren waarin er veel personeelstekorten zijn of waarin uitval en personeelsverloop schering en inslag zijn, komt presenteïsme voor. Maar ook in sectoren waarin je 24/7 instaat voor de zorg voor anderen, zoals in een ziekenhuis, of waarin jouw afwezigheid betekent dat een collega extra belast wordt, zoals in het onderwijs.
Hoe meer jij je bij je werk betrokken voelt (bijvoorbeeld omdat je het doet vanuit een ‘roeping’ of omdat je een leidinggevende en/of goedbetaalde functie hebt), des te meer je het als je verantwoordelijkheid kunt zien om zelf niet uit te vallen. Je draait mogelijk zelfs extra diensten, ondanks de uitputting die je voelt.
Op burn-out rust helaas nog steeds een groot taboe. Het kan je imago als professional dan ook werkelijk schaden. Het lijkt maatschappelijk meer aanvaard dat vrouwen een burn-out krijgen dan mannen. Het ouderwetse rollenpatroon veronderstelt dat mannen altijd ‘stoer en sterk’ zijn. Maar ook vrouwen die in een mannenwereld werken, lijken niet onder te willen doen voor hun mannelijke collega’s uit angst om zwak over te komen. Daarnaast zijn ondernemers en zelfstandigen grotendeels afhankelijk van hun reputatie om nieuwe klanten te krijgen. Negatieve verhalen en klachten gaan sneller rond dan complimenten en reclame… Zeker in de zelfhulpindustrie wordt al snel een oordeel geveld: ‘Wat kan ik van jou als coach leren als je zelf niet eens in balans kunt blijven?’ Kortom: alweer redenen genoeg om te blijven doorzetten.
En last but not least de gedragsmotivator bij uitstek: angst! De angst om je baan te verliezen als je uitvalt. Een angst die terecht kan zijn wanneer je bijvoorbeeld als freelancer in een sector werkt waarin de prestatieverwachting erg hoog ligt en je gemakkelijk vervangbaar bent. Maar ook de angst om niet meer op gang te komen als je eenmaal bent stilgevallen.
Zolang je bezig blijft, voel je niet hoe uitgeput je werkelijk bent. Als je toegeeft aan de nood aan rust zou je weleens alle positieve spanning in je leven kunnen verliezen. Een angst die overigens ook terecht blijkt te zijn. Burn-out kent vaak een erg lange tot chronische ziekteduur, sommigen komen nooit meer opnieuw in het arbeidscircuit terecht.
Een ware Voedingsbodem voor burn-on
Hoewel het misschien bewonderenswaardig lijkt dat je het puur op wilskracht volhoudt, heeft de medaille ook een keerzijde: het is de voedingsbodem voor het burn-onsyndroom. Want spanning die zich opbouwt, moet ook weer losgelaten worden.
Bij een burn-on zoekt de opgebouwde spanning niet langer ontlading door middel van een crash of instorting, zoals in het geval van een burn-out, maar door zich naar binnen te keren. Er vindt een implosie plaats die zich kenmerkt door een toenemende innerlijke leegte die volloopt met gevoelens van zelfvervreemding, levensmoeheid en zinloosheid.